Met gerichte boosheid wordt boosheid bedoeld gericht op één specifiek of meerdere specifieke personen. 

Stel: je bent ooit gekleineerd of beschaamd door een voormalige werkgever, je hebt te maken gehad met (mentaal of fysiek) geweld in een eerdere partnerrelatie, of je bent op een dreigende wijze je portemonnee afhandig gemaakt. Voor veel mensen zijn dit situaties waarin zij niet in de vecht- of vluchtmodus terechtkomen, maar spreekwoordelijk bevriezen. We zeggen meestal niet wat we willen zeggen op die momenten en doen niet wat we het liefst zouden willen doen. Je zal wellicht gezwegen hebben na gekleineerd te zijn door je werkgever, bent misschien niet in discussie gegaan met je gewelddadige ex-partner en hebt je portemonnee zonder verweer overhandigd. Dit ‘bevriezen’, voortkomend vanuit ons reptielenbrein, heeft een hele duidelijke beschermings- en overlevingsfunctie – veel veiliger voor je baanpositie of fysieke veiligheid. 

Ondanks dat je rationeel waarschijnlijk best wel kan onderbouwen dat je reactie inderdaad veiliger of verstandiger was, ben je emotioneel gezien nog altijd BOOS. Boos op de persoon die je dit leed aangedaan heeft, boos op de persoon die nu maakt dat je prikkelbaar, licht ontvlambaar, onrustig bent, of maakt dat de vlam in je ontwaakt wanneer de persoon in kwestie bespreekbaar wordt gemaakt.